Home

Financieel Meerjarenperspectief

2.3 Mutaties Financieel Meerjarenperspectief

Het vertrekpunt voor financieel meerjarenperspectief (FMP) is de programmabegroting 2023. In onderstaande tabel wordt het geactualiseerde structurele financieel meerjarenperspectief 2024-2027 weergegeven. Het betreft nadrukkelijk een globaal en richtinggevend perspectief waarin diverse ontwikkelingen zijn meegenomen die op dit moment nog in meer of mindere mate onzeker zijn.

Financieel Meerjarenperspectief (FMP)

2024

2025

2026

2027

Autonome en bekende ontwikkelingen

Septembercirculaire 2022

-0,13

V

0,00

-5,25

V

-0,33

V

Decembercirculaire 2022

-0,31

V

-0,13

V

0,00

0,00

CAO gemeenten

2,40

N

2,60

N

2,80

N

3,00

N

Structureel effect SR2022 sociaal domein

1,50

N

1,50

N

1,50

N

1,50

N

Structureel effect SR2022 erfpacht

0,12

N

0,12

N

0,12

N

0,12

N

Vrijval reservering energie B2023

-0,75

V

-0,50

V

-0,50

V

-0,50

V

Programma's en wijkbudgetten 2022-2026

0,00

0,00

0,00

-2,20

V

Zwembad (RAAD 7511)

0,25

N

0,25

N

0,23

N

0,23

N

Bijdrage ODT

0,06

N

0,06

N

0,06

N

0,06

N

Stadsbank Oost Nederland (SON)

0,25

N

0,25

N

0,25

N

0,25

N

Meerjarenperspectief OZJT/Samen14

0,14

N

0,14

N

0,14

N

0,14

N

Rente ontwikkeling

0,20

N

0,50

N

0,75

N

0,75

N

Geboorte- en herdenkingsbos

0,03

N

0,03

N

0,03

N

0,03

N

Overige (inclusief toevoeging jaarschijf)

0,00

0,00

0,00

0,98

N

B. Totaal autonome en bekende ontwikkelingen

3,75

N

4,81

N

0,12

N

4,02

N

Overige ontwikkelingen

Voorlopige reservering stadstheater

0,50

N

0,50

N

0,50

N

0,50

N

Dienstverlening KCC

0,56

N

0,44

N

0,00

0,00

Impuls onderhoud openbare ruimte

0,75

N

0,00

0,00

0,00

Soortenmanagementplan Wet Natuurbeheer

0,30

N

0,00

0,00

0,00

Actualisatie Nota kapitaalgoederen

pm

pm

pm

pm

C. Totaal overige ontwikkelingen

2,11

N

0,94

N

0,50

N

0,50

N

Dekkingsmaatregelen

Stelpost compensatie gemeenten 2027

0,00

0,00

0,00

-4,47

V

Rijksmiddelen versterken gemeentelijke dienstverlening

-0,56

V

-0,44

V

0,00

0,00

BUIG/bijstand

-0,50

V

-0,75

V

-1,00

V

-1,00

V

Behoedzaamheid gemeentefonds

-1,00

V

-0,59

V

-0,82

V

-0,82

V

Aanvullende loon-/prijscompensatie

-1,00

V

-1,00

V

-1,00

V

-1,00

V

Beschermd wonen

-1,00

V

-1,00

V

-1,00

V

-1,00

V

Stelpost offensief begroten

-1,00

V

-1,00

V

-1,00

V

-1,00

V

Areaaluitbreiding

-0,05

V

-0,15

V

-0,23

V

-0,30

V

Stelpost onvoorzien

-0,10

V

-0,10

V

-0,10

V

-0,10

V

Onttrekking algemene reserve

-0,47

V

0,00

0,00

E. Totaal dekkingsmaatregelen

-5,68

V

-5,03

V

-5,15

V

-9,69

V

Bedragen x 1 miljoen euro

Toelichting:

Programmabegroting 2023
Startpunt is het financiële meerjarenperspectief uit de programmabegroting 2023.

Septembercirculaire 2022
Het netto effect van de septembercirculaire 2022 (RAAD-7409 ) is verwerkt in het financieel meerjarenperspectief. Het voordelige effect in 2026 wordt gedeeltelijk verklaard door een hogere compensatie voor prijsstijgingen, maar wordt vooral veroorzaakt doordat het Rijk in 2026 incidenteel landelijk 1 miljard euro beschikbaar heeft gesteld in de aanloop naar een nieuwe financieringssystematiek tussen Rijk en gemeenten vanaf 2026. Voor Almelo betekent dit een eenmalig voordeel van 4,5 miljoen euro.

Decembercirculaire 2022
Het netto effect van de decembercirculaire 2022 (RAAD-7591 ) is verwerkt in het financieel meerjarenperspectief.

CAO Gemeenten
De werkgevers en vakbonden hebben een akkoord over een nieuwe cao bereikt. De nieuwe cao loopt van 2 januari 2023 tot en met 1 januari 2024. In de cao is een salarisstijging afgesproken, waarbij de nadruk ligt op medewerkers in de eerste schalen in het loongebouw. De salarisstijging varieert gemiddeld van ruim 13% aan de basis tot ruim 12% in schaal 5 en bijna 7% in schaal 11. Dit ligt fors hoger dan de reservering van 4% die wij bij de begroting 2023 op basis van het Centraal Economisch Plan 2022 in onze meerjarenraming hadden opgenomen. Een eerste doorrekening laat zien dat het financieel nadelige effect oploopt van 2,2 miljoen euro in 2023 naar 3,0 miljoen euro in 2027. Bij het opstellen van de begroting 2024 worden de definitieve financiële effecten berekend en verwerkt.

Structureel effect SR2022 sociaal domein
In de slotrapportage 2022 is een nadeel van 2,75 miljoen euro gemeld op Wmo/Jeugd. Dit is voornamelijk het gevolg van de wetswijziging met betrekking tot het woonplaatsbeginsel in de jeugdzorg. De analyse van de financiële consequenties voor de begroting 2023 en verder vindt op dit moment plaats. In het voorliggende globale FMP zijn wij er vanuit gegaan dat het tekort grotendeels structureel van aard is.

Structureel effect SR2022 erfpacht
De herziening van de erfpachtcanon van een drietal erfpachters leidt als gevolg van de lagere rentestanden ten opzichte van 25 jaar geleden tot een structureel nadeel in de begroting en meerjarenraming.

Vrijval reservering energie
In de programmabegroting is een meerjarige reservering van 750.000 euro opgenomen ten behoeve van de stijgende energielasten. Een gedeelte hiervan is gereserveerd voor de inkoop van gas. Voor de jaren 2023 en 2024 is deze reservering niet nodig, omdat het huidige contract gehandhaafd kan worden en de prijzen voor deze jaren ‘vastgeklikt’ zijn. In de komende periode wordt bekeken in hoeverre de reservering noodzakelijk blijft en of deze kan vrijvallen. In het voorliggende globale FMP gaan we er vooralsnog vanuit dat de reservering in 2023 en 2024 volledig en vanaf 2025 gedeeltelijk (500.000 euro) kan vrijvallen.

Programma's en wijkbudgetten 2022-2026
De huidige begrotingsprogramma’s lopen tot en met 2026. Vanaf 2027 vallen de programmamiddelen vrij ten gunste van het financieel meerjarenperspectief. Dit geldt ook voor de verhoging van de wijkbudgetten die is doorgevoerd vanaf de begroting 2023.

Zwembad (RAAD-7511
)
Op basis van het aanbestedingsresultaat van het nieuwe Sportpark en een herijking van de projectbegroting is de raad voorgesteld om een aanvullend krediet voor de realisatiefase van het Sportpark ter beschikking te stellen vanaf gerond 5,9 miljoen euro. De hiermee samenhangende jaarlijkse extra kapitaallasten dienen te worden opgenomen in de financiële meerjarenraming 2024-2027.

Bijdrage ODT
De 1 e wijziging van de begroting 2023 van de ODT leidt tot een lastenuitzetting van 60.000 euro per jaar. Besluitvorming heeft plaatsgevonden in het AB van 24 februari 2023, nadat de raden in de gelegenheid zijn gesteld om een zienswijze in te dienen.

Stadsbank Oost Nederland (SON)

Op 14 november 2022 heeft het AB ingestemd met de voorgestelde herijking van het kostprijsmodel van de Stadsbank. Het gewijzigde bekostigingsmodel moet leiden tot een grotere voorspelbaarheid en vermindering van de variabiliteit van de begroting van de Stadsbank , en dient mede bij te dragen aan een afdoende weerstandsvermogen om risico’s op te vangen. De herijking wordt geëffectueerd in begroting 2024 van de Stadsbank. Voor Almelo betekent dit een verhoging van de bijdrage met afgerond 100.000 euro.

Om de dienstverlening van de Stadsbank beter aan te laten sluiten bij de behoeften van inwoners en de wensen van gemeenten, gaat de Stadsbank investeren in ‘klantreizen’. Na consultatie van de raad heeft het college besloten (BW-9767 ) om te kiezen voor een hybride dienstverleningspakket. Dit leidt tot afgerond 145.000 euro hogere lasten.

Meerjarenperspectief OZJT/Samen 14
Op 14 juni 2022 heeft het AB van Samen Twente ingestemd met het meerjarenperspectief OZJT. Hiermee worden de formatie en de begroting van OZJT/Samen 14 passend gemaakt voor de kerntaken die de 14 Twentse gemeenten hier hebben neergelegd. Structurele taken worden daarmee structureel gedekt, waardoor de begroting van OZJT voorspelbaarder wordt. De wijziging is via een addendumprocedure op de begroting 2023 aan de colleges en raden van de deelnemende gemeenten voorgelegd en dient nog verwerkt te worden in onze begroting en meerjarenraming.

Rente ontwikkeling
In onze rentevisie gaan wij uit van een verdere stijging van de rente op de geld- en kapitaalmarkt. In aanloop naar de begroting 2024 zal de renteparagraaf worden herzien. Vooruitlopend op de integrale herziening wordt een stelpost opgenomen die oploopt naar 750.000 euro vanaf 2026.

Geboorte- en herdenkingsbos
De raad heeft bij de behandeling van de begroting 2023 een motie aangenomen die het college opdraagt een geboorte- en herdenkingsbos te realiseren. De totale jaarlijkse kosten worden op dit moment geraamd op circa 25.000 euro per jaar.

Overige (incl. toevoegen jaarschijf 2027)
De stelposten voor nieuw beleid (195.000 euro), areaaluitbreiding (225.000 euro) en voor (vervangings-) investeringen in de openbare ruimte (NKG) worden opgenomen in de nieuwe jaarschijf. (500.000 euro)

Overige ontwikkelingen

Stadstheater
Het Stadstheater heeft in 2021 bij de gemeente aangegeven niet voldoende te hebben aan de subsidie die ze ontvangt. Dit geldt zowel voor de subsidie voor de theaterprogrammering als de financiering van de verbouwing die noodzakelijk is om de schouwburgfunctie duurzaam te blijven vervullen. Het college heeft aangegeven een verhoging van de subsidie voor de theaterprogrammering bespreekbaar te vinden.

Dienstverlening KCC
Het college stelt voor om vanuit de Rijksmiddelen ter versterking van gemeentelijke dienstverlening een bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar te stellen voor een aantal onderwerpen die spelen binnen het Klantcontactcentrum (KCC). Hiermee kan er tot en met 2025 een impuls worden gegeven aan:

  • Versterking archieftaken / uitbreiding capaciteit centrale registratie (120.000 euro)

In de afgelopen jaren is de formatie voor archieftaken gereduceerd. Dit terwijl de documentenstroom jaarlijks toeneemt (toename van 35% sinds 2017). De achterstanden in de wettelijke taken lopen op. In het kader van het IBT is het beeld voor het domein Informatie- en archiefbeheer voor de derde keer oranje. Er is in de beoordeling aandacht gevraagd voor de structurele capaciteit op het gebied van registratie en archief. Op termijn zou een vermindering van de ingekomen stukken (zowel analoog als digitaal) deze problematiek kunnen verminderen. Voorwaarde is wel dat door middel van specifieke e-formulieren de vragen zonder tussenkomst van medewerkers van centrale registratie correct geautomatiseerd en geregistreerd worden in het zaaksysteem.

  • Digitale dienstverlening en bouw e-formulieren (180.000 euro)

De start van online dienstverlening is in veel gevallen het kunnen aanbieden van een digitaal aanvraagformulier. Er is een capaciteitstekort met betrekking tot het bouwen van deze digitale formulieren, de zogenaamde e-formulieren. Dit remt de verdere groei van online dienstverlening en ook het verder digitaal kunnen behandelen en afhandelen van deze aanvragen.

  • Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (130.000 euro)

Op 1 januari 2024 zal na 1 jaar uitstel de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in werking treden. Het wetsvoorstel geeft burgers het recht om elektronische berichten aan een bestuursorgaan te zenden op een door het bestuursorgaan bepaalde wijze. Om dit gemeentebreed mogelijk te maken wordt in 2024 een projectleider aangesteld en is uitvoeringsbudget benodigd.

  • Digitale participatiestrategie en bijbehorende toolbox  (295.000 euro)

Er komen steeds meer digitale participatiemogelijkheden beschikbaar. Enkele gemeenten maken hiervan al vruchtbaar gebruik. Ook voor Almelo liggen hier mogelijkheden en kansen. Met digitale participatie wordt het proces om mee te praten, mee te beslissen en/of mee te doen versterkt en slim georganiseerd.

  • Begrijpelijke taal (275.000 euro)

Het is van groot belang al onze communicatie (brieven, teksten op de website, beleidsdocumenten, etc.) in begrijpelijke taal te schrijven. De nationale ombudsman en ook andere organisaties vragen hier al meerdere jaren expliciete aandacht voor. Ook het Almelose coalitieakkoord en het rijksbeleid tonen ambities op dit gebied. Met begrijpelijke taal zijn de gebruikte woorden, de structuur en het ontwerp van de tekst zo duidelijk, dat de lezer op eenvoudige manier de informatie die is opgenomen uit de tekst kan halen. Gemeentebrede aanpassing van teksten en brieven en daarna de borging ervan, vraag sturing en uitvoeringscapaciteit.

In 2025/2026 wordt geëvalueerd in hoeverre structurele voortzetting van deze inzet nodig is en welke financiële middelen daarvoor nodig zijn.

Impuls onderhoud openbare ruimte
In 2022 is besloten de kwaliteit van de openbare ruimte te verhogen en is een inhaalslag gestart om de kwaliteit op het gewenste niveau te brengen. Uit inspecties blijkt dat de inhaalslag die nodig is, omvangrijker is dan verwacht. Een groot deel van het straatmeubilair staat scheef en is versleten en de binnenstad is erg vervuild met kauwgom. Ook zijn er een groot aantal slecht te onderhouden verharde locaties, waar veel onkruid groeit en die moeilijk te bestrijden zijn. Door in 2024 en 2025 een extra impuls te geven van totaal 750K, versnellen we de inhaalslag en brengen we de kwaliteit van de openbare ruimte structureel op het vastgestelde niveau.
 
Soortenmanagementplan Wet Natuurbeheer
Bij fysieke projecten (o.a. aanleg van openbare ruimte, verkeer en woon- en bedrijfsterreinen) moet voldaan worden aan de onderzoeksverplichting vanuit de Wet natuurbescherming. Dit is een tijdrovend, ingewikkeld en kostbaar proces dat voor ieder afzonderlijk project doorlopen moet worden en soms ook leidt tot vertraging van werkzaamheden. Een mogelijke oplossing hiervoor is het opstellen van een gemeentelijk Soortenmanagementplan. Op basis van dit plan kan er voor een periode van 10 jaar ontheffing worden verkregen voor het uitvoeren van ecologische  onderzoeken op projectniveau. De kosten voor het opstellen van een Soortenmanagementplan zitten voornamelijk in het uit laten voeren van een flora- en faunaonderzoek. Naast de geschatte incidenteel benodigde middelen van 300.000 euro is er naar verwachting ook structurele inzet van 0,5 fte benodigd. In eerste instantie zal worden bezien of dit binnen de formatiebegroting opgevangen kan worden. De provincie Overijssel heeft toegezegd een subsidiefonds te ontwikkelen voor een gedeeltelijke vergoeding van het ecologische onderzoek dat de basis vormt voor de gebiedsontheffing van 10 jaar. Op het moment dat deze subsidie beschikbaar komt en wordt toegekend dan wordt het bedrag verrekend met de algemene middelen.  

Actualisatie Nota kapitaalgoederen
In 2024 vindt een actualisatie van de Nota kapitaalgoederen plaats en wordt het volledige areaal aan kapitaalgoederen opnieuw doorgerekend op basis van de meest recente landelijke eenheidsprijzen. De in de begroting 2023 opgenomen reservering voor prijsstijgingen (oplopend naar 1,4 miljoen euro in 2026) wordt daarbij betrokken.

Dekkingsmaatregelen

Stelpost compensatie gemeenten
Het Rijk heeft in 2026 incidenteel landelijk 1 miljard euro beschikbaar gesteld in de aanloop naar een nieuwe financieringssystematiek tussen Rijk en gemeenten vanaf 2026. Voor Almelo betekent dit een eenmalig voordeel van 4,5 miljoen euro (zie regel: septembercirculaire 2022). Hoewel de definitieve toekenning pas bekend wordt bij het verschijnen van de meicirculaire blijkt uit de voorjaarsnota 2023 van het Rijk dat gemeenten vanaf 2027 een bedrag van 1 miljard euro structureel ontvangen.  

Rijksmiddelen versterken gemeentelijke dienstverlening
Naar aanleiding van de toeslagenaffaire heeft het Rijk eind 2021 incidentele middelen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening. Vanuit 2021 en 2022 is een bedrag van afgerond 900.000 euro gereserveerd. Vanaf 2023 gaat het om een bedrag van circa 400.000 euro per jaar tot en met 2027.  Een bedrag van 1 miljoen euro wordt nu ingezet ter dekking van de onderwerpen zoals benoemd onder dienstverlening KCC.

BUIG/Bijstand
Het Rijk kent gemeenten via een objectief verdeelmodel middelen toe voor de uitvoering van de BUIG/bijstand. Gelet op het objectieve karakter van het verdeelmodel zou de hoogte van deze uitkering als uitgangspunt kunnen worden genomen voor de meerjarenbegroting. Met andere woorden: de ambitie om de BUIG/bijstand binnen de financiële middelen van het Rijk uit te voeren wordt financieel vertaald.
Hierbij past de kanttekening dat de gemeente in de afgelopen jaren al het nodige heeft geprobeerd om de kosten voor de BUIG/bijstand terug te brengen door zoveel mogelijk mensen uit te laten stromen en inwoners zo snel mogelijk van werk naar werk te begeleiden. Het aantal uitkeringsdossiers is in de periode 2018-2022 gedaald (2.857 juni 2018 – 2.351 dec 2022), maar dit betekent ook dat de groep die op dit moment nog een BUIG/bijstandsuitkering ontvangt lastig(er) naar betaalde arbeid te begeleiden is. Uit de raming spreekt dus een serieuze ambitie.

Behoedzaamheid gemeentefonds
De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds heeft een behoedzaam karakter. Met name het niet ramen van de ruimte onder het BCF plafond draagt daaraan bij. Als alle gemeenten landelijk in enig jaar minder BTW declareren bij het BTW compensatiefonds dan het afgesproken plafond, dan wordt het verschil onder het plafond toegevoegd aan de algemene uitkering. Op het moment dat de gemeenten gezamenlijk meer BTW declareren dan volgt er een korting. De toezichthouder staat gemeenten toe om in de meerjarenraming rekening te houden met de ruimte onder het BCF plafond, op basis van de realisatie in het laatste volledige jaar. Wij stellen voor deze ruimte op te nemen, conform het advies van het ministerie van BZK.

Aanvullende loon- en prijscompensatie
Vanwege de uitzonderlijke stijging van de prijzen sinds het uitkeren van de prijsbijstelling voor het jaar 2022 met de meicirculaire, wijkt het kabinet eenmalig af van de reguliere systematiek. Bij de Voorjaarsnota 2023 en dus de meicirculaire 2023 wil het kabinet in 2023 een extra prijsbijstelling uitkeren die terugkijkt naar het jaar 2022. Dit extra accres wordt dan gebaseerd op de desbetreffende indices voor prijsontwikkelingen voor het jaar 2022 van het Centraal Economisch Plan 2023. De structurele doorwerking wordt nu voor 1 miljoen euro ingerekend in het financieel meerjarenperspectief.

Beschermd wonen
Het positieve saldo op beschermd wonen wordt jaarlijks gestort in de bestemmingsreserve centrumgemeentetaken maatschappelijke opvang en beschermd wonen (MO + BW). Jaarlijks worden met de regiogemeenten afspraken gemaakt over hoe het gerealiseerde resultaat van het vorige jaar wordt verdeeld c.q. besteed. In de afgelopen jaren is er daarbij steeds sprake geweest van een voordeel voor de gemeente Almelo. Onlangs het verloop via een reserve, heeft het voordeel daarmee feitelijk een structureel karakter en kan daarmee structureel geraamd worden in het financieel meerjarenperspectief. Hierover zal nog wel afstemming moeten plaatsvinden met de provinciaal toezichthouder.

Stelpost offensief begroten
Realistisch ramen is het uitgangspunt bij het opstellen van onze begroting en meerjarenraming. Bij ramingsgevoelige budgetten, zoals bijvoorbeeld open-einde regelingen, wordt daarbij een conservatieve benadering gekozen. We zijn voorzichtig. Maar als het nodig is zijn we ook bereid om ‘scherp aan de wind’ te varen. De huidige tekorten in het financieel meerjarenperspectief maken de noodzaak daartoe duidelijk. Het college stelt voor om in het financieel meerjarenperspectief een stelpost ‘offensief begroten’ van 1 miljoen euro op te nemen. Deze stelpost wordt in de aanloop naar de begroting 2024 ingevuld door waar mogelijk budgetten scherper te begroten, zonder daarmee het principe van realistisch ramen los te laten. Budgetten waarop zich in de afgelopen jaren incidentele voordelen hebben voorgedaan zouden in sommige gevallen bijvoorbeeld gedeeltelijk kunnen worden verlaagd. Net als bij een aantal van de hierboven genoemde maatregelen betekent dit een bewuste keuze voor wat meer risico in de begroting. De kans op bijstellingen in de tussentijdse rapportages of overschrijdingen in de jaarverantwoording wordt groter.

Areaaluitbreiding
Als gevolg van areaaluitbreiding kunnen er in de komende jaren hogere inkomsten uit gemeentelijke belastingen worden verwacht.

Stelpost onvoorzien incidenteel
In de begroting en meerjarenraming is een stelpost onvoorzien opgenomen van ruim 0,2 miljoen euro per jaar. In de praktijk blijkt deze stelpost gedurende het jaar niet of nauwelijks te worden aangesproken en bij de jaarrekening vrij te vallen. Voorgesteld wordt de hoogte van de stelpost te halveren.

Deze pagina is gebouwd op 07/19/2023 13:48:35 met de export van 07/19/2023 13:45:25